intro

Inleiding tot Hizb ut Tahrir

Hizb ut Tahrir is de enigste politieke partij die wereldwijd actief is. Van Indonesië tot Marokko werkt de Partij om de moslims in staat te stellen de werkelijke Islamitische manier van leven terug op te nemen, middels de hervestiging van de staat gesticht door de Boodschapper van Allah (saw), de Islamitische Staat Al Khilafa. De Partij is een ideologische partij, wat betekent dat zij werkt op basis van haar idee over hoe het zou moeten zijn, en niet op basis van de realiteit van hoe de situatie is. Met andere woorden, de Partij streeft naar een alomvattende verandering van de situatie. Niet een verandering van de situatie van de oemma binnen de systemen en wetten van Koefr die de oemma opgelegd zijn door vijanden van Islam en de moslims, maar een verandering van de systemen en wetten waaronder de oemma voortgaat in het leven, om middels deze verandering de situatie van de oemma te veranderen en hen te verenigen. En net zoals iedere andere partij die werkt op internationaal niveau, die honderden miljoenen mensen met haar boodschap bereikt en dezen in hun mening beïnvloedt om hen te verenigen door de voorstanders van de bestaande situatie aangevallen zou worden zou deze bestaan, wordt ook Hizb ut Tahrir aangevallen vanwege de ideeën die zij uitdraagt.

Het zijn bij uitstek de ideeën die de Partij uitdraagt die “extremistisch” genoemd worden, omdat al haar ideeën niet voortkomen uit de ideologie die de bestaande situatie domineert, het kapitalisme, maar uit Islam. Waarbij de grootste zorg is besteed aan het rein en zuiver houden van deze Islamitische ideeën, oftewel onbeïnvloed door enig ander iets. En enkel en alleen omdat niets anders tegenover deze ideeën overeind blijft vindt de Partij zich in de situatie waar haar ideeën tegenover de mensen bewust vervormd en uit hun context gehaald worden door de vijanden van deze ideeën. Dit met als doel de werkelijke aard van de Partij te verdoezelen en te voorkomen dat de oemma de realiteit van haar Islam in zal zien, natuurlijk ten gunste van hen die in essentie vijandig tegenover Islam en de moslims staan. Of zij daar nu voor uitkomen of niet.

Dit artikel zal daarom Hizb ut Tahrir bespreken op basis van haar realiteit, hetgeen zij heeft gezegd en geschreven betreffende haar ideeën, de reden voor haar oprichting, haar doel en haar methode van werken ter realisatie van dit doel. Opdat het denken over de Partij gezuiverd moge worden van onzuiverheden geïntroduceerd door kwaadwillenden, opdat op basis van een eerlijke voorstelling van Hizb ut Tahrir de mensen over haar zullen denken en oordelen.

Schets van de situatie van de moslims vóór de oprichting van de Partij

De Islamitische wereld is sinds de 17ste eeuw onderworpen aan een politieke en intellectuele recessie die gepaard ging van achteruitgang en neergang, wat uiteindelijk het fundament zou leggen voor en zou leiden tot de val van de Islamitische Staat in het jaar 1924 naar christelijke jaartelling. De Islamitische Staat die sinds haar oprichting door Mohammed (saw) in haar 13 eeuwen van bestaan verscheidene zware periodes had gekend, vele oorlogen had moeten uitvechten en zich in vele conflicten verwikkeld gevonden had, had dit alles desondanks nooit een blijvende zwakte laten worden in haar kracht, in haar macht en in haar positie van leiderschap in de wereldpolitiek. De Islamitische Staat was en bleef voor eeuwen lang de enige supermacht die het politieke landschap van de wereld vorm gaf. Echter, voor haar die fungeerde als de bron van licht, kennis en rechtvaardigheid in een wereld waarin geen licht was buiten haar, keerde de situatie in de 20ste eeuw. Zij bereikte haar intellectuele dieptepunt, wat een keerpunt zou blijken. Van haar welverdiende positie veranderde zij richting een positie van mistroostigheid, anarchie en neergang. Uiteindelijk kwam Islam zo in haar eigen staat, Al Khilafa, ten val. Zo hebben de moslims, aan het begin van deze eeuw de meest ernstige gebeurtenis meegemaakt, die hun bestaan op zijn grondvesten heeft doen schudden. De Khalifa van de moslims werd de grenzen van Turkije uitgezet en aan het regeren met Islam werd een einde gemaakt. Hierdoor werd feitelijk de levenskracht van de oemma kapot gemaakt, want sindsdien wordt Islam niet langer in het dagelijks leven, de staat en de samenleving nageleefd.

Het gevolg van dit alles was dat Al Khilafa werd opgedeeld in landen onder bestuur van regimes die zich, in eerste instantie, onderwierpen aan rechtstreeks bestuur van de ongelovige staten. Later verwerden zij tot staten bestuurd door marionetten die door de ongelovige staten worden ingefluisterd. Dit had onder andere tot gevolg dat de systemen en wetten van Koefr in alle moslim landen tot wet werden verheven en in praktijk werden gebracht. In eerste instantie werd het land van de oemma door de imperialistische mogendheden opgedeeld in meer dan 40 natiestaten, wat inmiddels opgelopen is tot 54 staten, en fysiek bezet. In elk van deze staten werd een agent van het westen gestationeerd, ter bescherming en behartiging van de westerse belangen. Zij hadden als taak de verdeeldheid van de moslims te stimuleren en de politieke concepten van Islam aan te vallen, opdat een terugkeer van de oemma als een eenheid onder Al Khilafa onmogelijk zou worden.

Op deze eerste ernstige gebeurtenis volgde vervolgens nog een tweede ernstige gebeurtenis waarbij de ongelovige landen en hun agenten, de heersers van de Arabische landen, hebben samengespannen. Het land van Palestina werd gestolen van de oemma en Islam om daar de staat Israël te vestigen. Deze twee gebeurtenissen hebben grote invloed gehad op de ziel van de moslims, ten gevolge waarvan zij zich voor hun redding in zijn gaan zetten. Veel Islamitische en niet-Islamitische bewegingen zijn opgericht om deze reddende taak te vervullen, maar geen van heeft de moslims kunnen redden van de voortvloeisels en gevolgen van deze twee afschuwelijke gebeurtenissen.

De oprichting van Hizb ut Tahrir

Na de tweede gebeurtenis werd Hizb ut Tahrir in het jaar 1953 in het leven geroepen. De oprichter van Hizb ut Tahrir is Mohammed Taqioeddien an Nabhani. In Palestina doceerde hij aan de Ibrahimiyya Universiteit, en hij contacteerde talrijke individuen en persoonlijkheden zoals zijn collega’s As’ad en Radjab Bayyoed Tamimi en Abdoel Qadiem Zalloem en anderen, over de vorming van een Islamitische politieke partij. Tegen eind 1952, begin 1953, werd de gehele kwestie in praktijk gebracht en werd Hizb ut Tahrir gevestigd in Al Qoeds (Jeruzalem). Taqioeddien an Nabhani samen met de rest van het leiderschapvan de Partij verzond een bericht naar de gouverneur van Jeruzalem en de Jordaanse overheid (dat op dat moment nog het bestuur over Jeruzalem had), en informeerde de autoriteiten over de oprichting van de Partij. De Jordaanse overheid reageerde onmiddellijk en gaf een bevel uit om de Partij te verbieden. Ze verklaarde de activiteiten van de Partij onwettig. Hizb ut Tahrir negeerde deze actie en continueerde haar werk in al Qoeds, al Khalil, Nabloes en in andere steden en dorpen in het gebied. Omdat een wet van mensenhanden niet een plicht opgelegd door Allah (swt) tenniet kan doen. Ondanks de sindsdien continue situatie van onderdrukking en vervolging van haar leden werkt de Partij op dit moment over de gehele moslimwereld en is zij of haar leden aanwezig op de meeste van de plaatsen plaatsen daar buiten.

De diepgaande studie achter de oprichtig van de Partij

Taqioeddien an Nabhani en de Islamitische geleerden die hij om zich heen had verzameld begonnen de realiteit van de Islamitische oemma te bestuderen, zowel in het heden als in het verleden. Zij hebben ook de gebeurtenissen bestudeerd die zich binnen de oemma hadden voorgedaan, de gebeurtenissen waaraan het bloot had gestaan, datgene wat hiervan terechtgekomen was en de oorzaken voor dat alles. Zij hebben het bestaan van moslims en het bestaan van de samenleving in de moslim landen bestudeerd, de relatie van de oemma in deze landen met de heersers en de relatie van deze heersers met de oemma. Ze hebben bestudeerd wat deze heersers de oemma hebben opgelegd met betrekking tot systemen en wetten. En ze hebben tevens de ideeën en gevoelens bestudeerd die bestaan bij het merendeel van de moslims in de samenleving. Uiteindelijk hebben ze dit alles vergeleken met de regels van Islam, na nauwgezet deze regels te hebben bestudeerd en het wezen ervan te hebben begrepen. Zij hebben de bewegingen bestudeerd die opgericht waren om de moslims verlossing te brengen, of zij nu gebaseerd waren op Islam of op iets anders dan Islam. Deze hele studie leverde een duidelijk, gedetailleerd en uitgekristalliseerd idee op. Het is op basis van dit idee dat Hizb ut Tahrir werd opgericht.

Hizb ut Tahrir heeft uit deze studie geconcludeerd dat het voor de Islamitische oemma van essentieel belang is dat de naleving van Islam in het dagelijks leven, de staat en de samenleving weer in acht wordt genomen, en dat de boodschap van Islam aan de wereld wordt gebracht door da’awa (verkondiging) en Djihad. Op grond van deze conclusie heeft Hizb ut Tahrir haar doelstelling omschreven als het hervatten van de Islamitische levenswijze en het steunen van de Islamitische da’awa. Daarmee is de Partij met de oemma aan het werk gegaan om dat doel te bereiken.

Reden van oprichting Hizb ut Tahrir

Hizb ut Tahrir is opgericht in antwoord op wat Allah (swt) heeft gezegd:

“Laat er onder u een groep (partij) zijn die oproept tot ghayr (deugdzaamheid , oftewel Islam), al m’arouf (het goede) gebiedt en al moenkar (het slechte) verbiedt” (VBK soera Aali Imraan 3, vers 104)

In deze aya verplicht Allah (swt) de moslims om een partij op te richten onder de moslims, en wel door Zijn (swt) zeggen “Laat er onder u een groep zijn…”. Tevens specificeert Allah (swt) de twee taken die deze partij moet uitvoeren. Namelijk het oproepen tot deugdzaamheid en het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte. Allah (swt) spreekt in de aya de moslims aan op een gebiedende wijs: “Laat …”. Hiermee doet Hij (swt) een verzoek tot de moslims om een partij te vormen. Het verplichtende karakter (fard) van het verzoek wordt duidelijk in het vervolg van de aya omdat Allah (swt) zegt: “Laat er onder u een groep zijn die oproept tot deugdzaamheid, al m’arouf gebiedt en al moenkar verbiedt, zij zijn het die zullen slagen”. De uitdrukking “zij zijn het die zullen slagen” is een duidelijke verwijzing dat het oprichten van een partij met de gespecificeerde taken een verplichting is. Met de uitdrukking “zij zijn het die zullen slagen” prijst Allah (swt) hen die gehoor geven aan Zijn (swt) oproep. En wanneer men geen gehoor zou geven aan deze oproep en geen partij zou oprichten, dan impliceert het vers dat men niet zal slagen, oftewel dat men zal verliezen. Dus het vervolg van de aya duidt de verplichting (fard) aan dat er een partij moet zijn binnen de oemma deze door Allah (swt) werkzaamheden verricht. Daar degenen die gehoor zullen geven aan de aya en een partij oprichten, zullen slagen.

Er zijn in diverse andere aya en ahadith aanwijzingen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte een verplichting is opgelegd door Allah (swt). Zoals de hadith overgeleverd door Imam Ahmed bin Hanbal, waarin RasoelAllah zegt:

Ik zweer bij Hem in Wiens Handen mijn ziel is, of jullie gebieden het goede en verbieden het slechte of Allah zendt jullie Zijn Toorn waarna jullie om vergeving / hulp zullen vragen, maar deze zal dan niet verhoord worden.

De partij die opgericht moet worden om aan het gebod te kunnen voldoen dient een politieke partij te zijn. Dit omdat de taken die Allah (swt) deze partij oplegt politiek van aard zijn, want het “gebieden van het goede en het verbieden van slechte” in de aya is een algemene uitspraak. Dus al wat goed is moet geboden worden en al wat slecht is moet verboden worden, en dit is een politieke activiteit. Eronder valt ook dat de partij de heersers gebiedt het goede te verrichten en verbiedt het slechte te verrichten. En dit betekent dat de heersers opgeroepen worden met Islam en enkel Islam te regeren, omdat enkel Islam goed is bij Allah (swt) en al het andere slecht. En dit werk, het ter verantwoording roepen van de heersers en het geven van advies aan de heerser opdat hij met enkel het goede (Islam) regeert, is tevens een politieke activiteit. En derhalve is het vanzelfsprekend dat de partij die opgericht wordt naar aanleiding van genoemd vers een politieke partij is, omdat de activiteiten die het vers gebied politieke activiteiten zijn.

Tevens specificeert de aya dat de partij een zuivere Islamitische politieke partij dient te zijn, daar “het goede” al hetgeen is dat Islam als goed heeft beoordeeld en daar “het slechte” al hetgeen is dat Islam als slecht heeft beoordeeld. Dit kan enkel gedaan worden door mensen die overtuigd zijn van de ‘aqieda van Islam, de ideeën van Islam, de oordelen van Islam en de oplossing van Islam. Allah (swt) maakt dit duidelijk wanneer Hij (swt) zegt:

“Gij zijt het beste volk dat voor de mensheid (ter lering) is verwekt; gij gebiedt wat goed is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in Allah.” (VBK soera Aali Imraan 3, vers 110)

Allah (swt) verbindt hier de eerder genoemde verplichte arbeid voor de moslim oemma, het gebieden van het goede en het verbieden van het slechte, met het geloven in Allah (swt). Het ene gaat niet zonder het andere, met andere woorden. Oftewel, de partij die Allah (swt) gebiedt die moet bestaan moet een Islamitische politieke partij zijn, omdat Islam het goede en slechte bepaald, en omdat het werken voor het goede en tegen het slechte dus een aanvang neemt met het geloven in Allah (swt).

Een definiëring van Hizb ut Tahrir

Hizb ut Tahrir is een politieke partij wiens ideologie Islam is. Derhalve is politiek haar werk en Islam haar ideologie. Ze werkt onder de oemma en tezamen met de oemma, zodat deze Islam adopteert als haar reden voor en oorzaak van bestaan. Ze werkt onder de oemma en tezamen met de oemma om deze te leiden naar de wederoprichting van de Islamitische Staat Al Khilafa en de ordening van het leven volgens wat Allah (swt) heeft neergezonden. Hizb ut Tahrir is een politieke partij, niet een spirituele partij. Evenmin is ze een academische, opvoedkundige of een charitatieve groepering. Het Islamitisch idee is de ziel van haar lichaam, haar kern en het geheim van haar leven.

De doelstelling van Hizb ut Tahrir

De reden voor het bestaan van de Partij is de doelstelling van de Partij. Deze doelstelling is afgeleid uit de bronnen van Islam, te weten: Qor’aan, Soenna en Idjma (consensus) onder de Shahaba.

Allah (swt) zegt:

“En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt het, en wat Hij u ook verbiedt, onthoudt u daarvan. En vreest Allah, zeker, Allah is streng in het straffen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Qor’aan, soera Al Hasjr 59, vers 7)

De Partij heeft zich derhalve tot doel gesteld om de oemma te bevrijden van de ideeën, systemen en wetten van Koefr, alsmede van de overheersing en beïnvloeding door de Koefr staten. Want het is ondermeer verboden om te regeren met iets buiten Islam, omdat Allah (swt) zegt:

“Degenen die niet regeren aan de hand van hetgeen door Allah is geopenbaard, zijn de ongelovigen” ( VBK  soera Al Maida 5, vers 44)

En:

“Allah staat niet toe dat de ongelovigen het gezag (as soeltan) hebben over de gelovigen” (VBK soera An Nisaa 2, vers 141)

De Partij heeft zich derhalve tot doel gesteld om te zorgen voor regeren met Islam. Want Allah (swt) zegt:

“En regeer over hen aan de hand van hetgeen Allah heeft geopenbaard” ( VBK  soera Al Maida 5, vers 49)

Dus heeft de Partij zichzelf als doel gesteld om de wederoprichting van de Islamitische Staat Al Khilafa te realiseren, om zo het regeren met Islam terug te doen brengen. Om het volgen van al hetgeen Allah (swt) geboden heeft terug na te kunnen komen en om het verlaten van al hetgeen Allah (swt) verboden heeft terug tot stand te kunnen brengen. Oftewel, om de ordening van het leven volgens wat Allah (swt) heeft geopenbaard terug te doen laten keren, wat hetzelfde betekent als de Islamitische manier van leven terug te kunnen hervatten.

De Islamitische manier van leven vereist dat al de aangelegenheden die horen bij het leven in een samenleving geregeld worden volgens de sjari’a van Allah (swt), waarbij als uitgangspunt de halal en de haram gelden. Dit betekent dat Islam algeheel uitgevoerd moet worden, en niet enkel een deel van Islam, zowel intern als extern. Want Allah (swt) zegt in de Edele Koran:

“En regeer over hen aan de hand van hetgeen door Allah is geopenbaard en geef niet toe aan hun wensen en wees op uw hoede want zij zouden u kunnen verleiden of doen afwijken van hetgeen u door Allah is geopenbaard.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Qor’aan, soera Al Maida 5, vers 49)

En dit vereist dat de Islamitische Staat Al Khilafa terug opgericht wordt, omdat het de staat is die regeert over de mensen en die de levens van de mensen ordent volgens een bepaalde zienswijze. De Islamitische Staat Al Khilafa is de staat waarin de moslims een Khalifa benoemen en hem de bay’a (eed) tot gehoorzaamheid geven, op voorwaarde dat hij regeert volgens het Boek van Allah (swt) en de Soenna van de Boodschapper van Allah (saw), en op voorwaarde dat hij Islam aan de wereld uitdraagt door middel van da’awa en Djihad zoals de Boodschapper van Allah (saw) en zijn (saw) Sahaba hebben gedaan. Want de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd:

Wie sterft zonder de bai’a (eed van trouw) te hebben afgegeven sterft de dood van de tijd van onwetendheid (Djahiliyya).

Het is een doel op zich om deze doelstellingen te doen realiseren op de juiste manier, oftewel om de renaissance van de oemma te bewerkstelligen op basis van verlicht denken. Het denken dat de waarheid onderscheidt van de onwaarheid, boven alle twijfel verheven, alwaarna zich in de mens een verlangen ontwikkelt om voort te gaan in het levens in overeenstemming van deze waarheid dus volgens de geboden en verboden van enkel deze waarheid. Omdat dit de methode was van de Boodschapper van Allah (saw) toen hij (saw) de mensen wegleidde van de duisternis van dwaling naar het licht van de Rechte Leiding.

De Partij voelt zich in deze doelstelling gesterkt door het inzicht dat enkel de manier van leven volgens Islam de juiste manier van leven is. De manier van leven van hetgeen de mensen leidt van het donker van dwaling naar het licht van de Leiding:

“Er is van Allah inderdaad een licht en een duidelijk Boek tot u gekomen. En Allah leidt daarmede degenen die Zijn welbehagen zoeken op de paden van vrede en leidt hen uit de duisternis tot het licht door Zijn gebod en leidt hen naar het rechte pad.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Qor’aan, soera Al Maida 4, vers 15 – 16)

En de Partij voelt zich in deze doelstelling gesterkt door de realisatie dat toen de oemma van Islam in overtuiging en met een diep begrip van Islam voortging volgens het Pad der Rechte Leiding, en het leven ordende middels Islam, dat zij toen de leidende natie in de wereld was. Het baken van voortuitgang, welzijn en rechtvaardigheid. Alsmede de realisatie dat de latere achteruitgang van de oemma enkel en allen terug te leiden valt tot het onstaan van onbegrip harer zijde betreffende Islam en nalatigheid in de toepassing van de wetten van Islam in het dagelijks leven, de staat en de samenleving. Als ook de realisatie dat de wederopleving van de oemma na deze achteruitgang dus enkel gerealiseerd zal kunnen worden nadat de oemma Islam terug heeft omarmd op basis van een correct begrip van Islam, als ideologie en als oplossing voor al de problemen.

Dus de Partij draagt Islam uit met de bedoeling dat Islam de door haar geëiste praktische toepassing krijgt, waaronder de Islamitische geloofsovertuiging de grondslag vormt voor de staat en het uitgangspunt is voor de grondwet en de verschillende regels en wetten. Opdat de mensen in het leven voort zullen gaan volgens de Wet van Allah (swt). En alle activiteiten van de Partij zijn derhalve politiek van aard, en niet opvoedkundig of iets anders. Want het streven naar regeren met enkel Islam, om de belangen van de mensen te behartigen volgens Islam en om de mensen te leiden met Islam, is een politieke bezigheid. Bij deze bezigheid moet men te werk gaan volgens de denkbeelden van Islam en de Islamitische regelgeving, waarbij het uitgangspunt is dat die en enkel die tot wet moeten worden verheven in het dagelijkse leven, de staat en de samenleving. Het doel van al de arbeid van de Partij is dus de alomvattende ten uitvoerbrenging van Islam. En de Partij is dus geen school en ook niet bedoeld voor enkel prediking of begeleiding.

De methode van de Partij

De Partij heeft bepaald dat de wijze waarop zij de da’awa uitdraagt uit drie fases bestaat. Deze werkwijze is gebaseerd op de Siera van de Profeet (saw) nadat hij als boodschapper was gestuurd om de Islamitische Staat Al Khilafa te vestigen en het land van Koefr te veranderen in het land van Islam, en de Djahiliya samenleving te veranderen in een Islamitische samenleving.

  • De eerste fase: de fase van de cultivatie

In deze fase is het van belang dat er individuele personen worden gezocht en gevormd die overtuigd zijn van het idee en de werkwijze van de Partij. Dit is noodzakelijk om een groep te kunnen samenstellen en op te richten die de denkbeelden van de Partij kan uitdragen.

  • De tweede fase: de fase van interactie met de oemma

In deze fase wordt de oemma gestimuleerd om voor Islam te strijden en de da’awa uit te dragen, en wel zo dat de natie werkt aan vestiging van Islam in het dagelijks leven, de samenleving en de staat.

  • De derde fase: de fase van verandering van de staat

In deze fase wordt de regering overgenomen en wordt Islam volledig en alomvattend ingevoerd, en wordt de boodschap van Islam aan de wereld verkondigd.

De eerste fase wordt gezien als de oprichtingsfase, waarin de kern van de Partij al bestaat en de eerste kring gevormd is nadat hen de bedoeling en de werkwijze is uitgelegd. Deze eerste kring is tot stand gekomen door contact op te nemen met individuele personen binnen de oemma en ieder van hen persoonlijk de bedoeling en werkwijze uit te leggen. Wanneer iemand deze uitnodiging heeft aanvaard mag hij deelnemen aan studie in kringen, waar intensief en geconcentreerd wordt gewerkt zodat hij / zij gevormd wordt door de denkbeelden en regels van Islam die door de Partij zijn aangenomen. Door deze studie verkrijgt hij / zij een Islamitische persoonlijkheid die wordt gekarakteriseerd door de Islamitische mentaliteit waardoor hij / zij vanuit het Islamitisch oogpunt kijkt naar denkbeelden, voorvallen en gebeurtenissen, en bovendien daarover zijn / haar mening geeft overeenkomstig de Islamitische maatstaven welken de halal en haram zijn. Hij / zij wordt ook gekenmerkt door een Islamitische psyche waardoor hij / zij met Islam kan meedenken, als gevolg waarvan hij / zij instemt met hetgeen Allah (swt) en Zijn Boodschapper (saw) behaagt en hij / zij erg boos wordt op en alles afwijst wat de woede van Allah (swt) en Zijn Boodschapper (saw) opwekt. Vervolgens begint hij / zij dan met het uitdragen van de da’awa aan het volk nadat hij / zij Islam op zich heeft laten inwerken, omdat de studie die in de kringen is gevolgd praktisch en doelgericht is. In andere woorden, het is een studie waardoor hij / zij zich in het dagelijks leven zal laten leiden en die hij / zij uitdraagt aan het volk. Wanneer deze persoon dan het juiste niveau van begrip van Islam heeft bereikt zal hij / zij zichzelf als het ware opdringen aan de Partij en wensen deel te zijn van de Partij en van de partijstructuur. Dit is precies wat de Profeet (saw) in de eerste fase van de da’awa heeft gedaan, welke drie jaar heeft geduurd en waarbij hij (saw) de mensen individueel opriep tot Islam en hen de boodschap van Allah (swt) overbracht. Degene die de boodschap aanvaardde werd door hem persoonlijk in Islam onderwezen en volgens Islam gevormd. Hij ging met grote zorg te werk en onderwees hen in hetgeen hem van de boodschap van Islam was geopenbaard en reciteerde de openbaringen uit de Qor’aan teneinde hen om te vormen tot in overeenstemming met Islam. De Profeet (saw) kwam in deze fase altijd in het geheim bijeen met degenen die in hem geloofden en onderwees hen op geheime locaties. Zij hielden hun erediensten altijd in het geheim totdat het nieuws over Islam bekend werd in Makkah en de mensen erover begonnen te praten en groepen mensen zich aansloten.

In deze oprichtingsfase heeft de Partij zich beperkt tot het vormende element, en de aandacht van de Partij ging uit naar de opbouw van de kern van de Partij, naar de groei van het aantal leden van de Partij en naar de intensieve vorming van de individuele personen binnen de kringen. Deze vorming hield in dat de cultuur die de Partij had aangenomen intensief werd bestudeerd, totdat de Partij in staat was een partijstructuur te samen te stellen die bestond uit mensen die door Islam waren gevormd, die de ideeën van de Partij aanhingen, bij wie er sprake was van een wisselwerking tussen zichzelf en de ideeën van Islam en die deze ideeën aan de mensen uitdroegen.

Nadat de Partij haar structuur had vastgesteld en de samenleving zich bewust werd van het bestaan van de Partij, de cultuur vn de Partij en hetgeen waartoe de Partij opriep, is de Partij aan de tweede fase begonnen. In deze tweede fase ging het om de wisselwerking tussen de Partij en de oemma met de bedoeling de oemma te stimuleren om volgens Islam te leven en om de essentie van Islam uit te dragen. Dit is gebeurd door de mensen op de hoogte te brengen van de Islamitische denkbeelden en regels die de Partij heeft aangenomen, zodat de mensen ze als eigen denkbeelden zouden gaan beschouwen en men naar die denkbeelden zou gaan handelen en ze zou uitdragen om ze in het dagelijks leven toe te passen. En zodat men samen met de Partij zou gaan werken aan de wederoprichting van Al Khilafa en het benoemen van een Khalifa, met als doel de hervatting van de Islamitische levenswijze en het uitdragen van de Islamitische da’awa in de wereld. Tijdens deze fase is de Partij begonnen met het collectief benaderen van de oemma door middel van de volgende activiteiten:

  • De vorming in kringen van individuele personen, met als doel het lichaam van de Partij op te bouwen en te komen tot een stijging van het aantal leden door vorming van Islamitische persoonlijkheden die in staat zijn de da’awa uit te dragen en die in staat zijn de arena van de intellectuele strijd en politieke onrust te betreden.
  • De collectieve vorming van de massa door de denkbeelden en regels van Islam uit te dragen middels het organiseren van lessen in de moskee, conferenties, lezingen, openbare bijeenkomsten, en via kranten, boeken en folders. Dit alles met als bedoeling het geven van algemene bekendheid aan de ideeën van de Partij aan de oemma, en zodoende een wisselwerking op gang te brengen en de oemma naar het voorbeeld van Islam te vormen en dit vanuit de oemma te laten plaatsvinden. Uiteindelijk zodat de Partij in staat zal zijn te bewerkstelligen dat de oemma overgaat tot de wederoprichting van Al Khilafa en de terugkeer van de heerschappij van Allah (swt).
  • De intellectuele strijd tegen de Koefr geloofsovertuigingen, systemen en denkbeelden, waarbij het onthullen van de onjuistheid van de misleidende geloofsovertuigingen en ideeën en denkbeelden centraal staat, tezamen met de onthulling van hun dwaling en tegenstrijdigheden met Islam, teneinde de oemma ervan te zuiveren.
  • De politieke strijd, hetgeen inhoudt:
    • Strijden tegen de imperialistische, ongelovige staten die macht of invloed hebben in de moslim landen. Dit houdt ook in dat er gestreden wordt tegen iedere vorm van kolonisatie, zowel intellectuele als politieke, economische of militaire. Het houdt ook in dat plannen met betrekking tot kolonisatie worden onthuld en samenzweringen aan de kaak worden gesteld, teneinde te oemma te redden van de overheersing en de oemma te bevrijden van de invloed van kolonisatie.
    • De strijd aangaan met de heersers in de Arabische en moslim landen door hun daden aan de kaak te stellen, door hen op hun plicht te wijzen en elke keer dat zij de rechten van de moslim oemma verloochenen of hen deze rechten ontnemen met hen de strijd aan te gaan. Hetzelfde indien zij zorgeloos omgaan met hun verplichtingen tegenover de oemma, of een kwestie met betrekking tot de oemma verwaarlozen, of als zij de regels van Islam tegenspreken. De Partij zet zich in om een eind te maken aan hun heerschappij, welke is gebaseerd op de invoering en het in de praktijk brengen van Koefr wetgeving en Koefr systemen, en de Partij zet zich in voor de heerschappij van Islam in plaats hiervan.
    • Opkomen voor de belangen van de oemma en met zorg toezien op de aangelegenheden van de oemma, overeenkomstig de sjari’a wetgeving. De partij heeft dit alles gedaan door gebruik te maken van de methode die de Profeet (saw) heeft gevolgd nadat de woorden van Allah (swt) aan hem waren geopenbaard:

“Verkondig hetgeen u is opgedragen en keer u af van de Moesjrikien” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Qor’aan, soera Al Hidjr 15, vers 94)

De Profeet (saw) droeg Islam openlijk uit en riep de Qoraisj naar de berg Safa. Hij (saw) vertelde hen dat hij een profeet was die door Allah (swt) was gestuurd en vroeg hen in hem te geloven. Toen begon hij met het uitdragen van de da’awa aan groepen personen en aan individuele personen. Hij bestreed de Qoraisj, hun afgoden, geloofsovertuiging en ideeën door hen de onwaarheid, de ontaarding en dwaling ervan te laten zien. Hij bekritiseerde die denkbeelden zoals hij ook felle kritiek uitte op alle andere bestaande geloofsovertuigingen en denkbeelden. Tegelijkertijd werden hem versregels uit de Qor’aan geopenbaard die betrekking hadden op deze specifieke zaken. In deze versregels werden al de praktijken van de Qoraisj bekritiseerd waaronder hun heffen van rente, het ombrengen van hun pasgeboren dochtertjes, hun zwendelarij met de weegschaal en het plegen van overspel. In de versregels werden ook de leiders van Qoraisj bekritiseerd waarbij hun voorvaderen en hun verstandelijke vermogens werden beledigd, en hun samenzweringen tegen de Boodschapper van Allah (saw) en zijn metgezellen werden geopenbaard.

Toen de Partij haar denkbeelden begon uit te dragen en zich bekend maakte aan de andere denkbeelden en organisaties en de strijd aanbond met de ongelovige staten en hun heersers, deed zij dit op een open, duidelijke en prikkelende manier. De Partij was niet vlijend of zoet, deed niet vriendschappelijk of voorkomend en maakte zich geen zorgen over de eigen veiligheid, ongeacht de gevolgen of de situatie. De Partij bevocht alles en iedereen die de regels van Islam in twijfel trok. Hierdoor stelde de Partij zichzelf bloot aan de heersers die de Partij ernstig benadeelden, en aan de wraakzucht van de andere politieke organisaties en de aanhangers van andere beschouwingen. In sommige gevallen zelfs aan de woede van de oemma. De Partij deed dit in navolging van de Boodschapper van Allah (saw) omdat hij (saw) de boodschap van Islam aan de hele wereld bracht, daarbij openlijk de Koefr denkbeelden in alle facetten van het leven in twijfel trok en hij verklaarde de oorlog aan alle volkeren van de wereld zonder op enige wijze rekening te houden met tradities of gewoontes, met godsdienst of geloofsovertuiging, met de heersers of het volk. Hij (saw) sloeg alleen acht op de boodschap van Islam.

Hij (saw) begon de aanval tegen Qoraisj door hun goden belachelijk te maken en hen te beledigen, en hij trok hun geloofsovertuiging in twijfel en vervloekte hen. Hij (saw) deed dit alles als individu zonder financiële middelen of ondersteuning en zonder wapens, afgezien van zijn diepe iman (geloof) in de boodschap van Islam die hij moest verkondigen. Hoewel de Partij vastbesloten was duidelijk, open en strijdbaar te zijn in haar opmars beperkte ze zich tot gebruikmaking van politieke activiteiten en ging ze zich niet te buiten aan fysiek geweld tegen de heersers of tegen degenen die zich verzetten tegen de da’awa, noch tegen degenen die haar onrecht aandeden. De Partij heeft gedaan dit in navolging van de Boodschapper van Allah (saw) die zich in Makkah beperkte tot de da’awa en geen lichamelijk geweld gebruikte totdat hij naar Al Madina trok. En toen de mensen die hem de tweede gelofte van Al ‘Aqaba hadden gedaan hem om toestemming vroegen om tegen de mensen van Mina, die Moesjrikien waren, te mogen strijden, antwoordde hij:

Het is ons nog niet geboden om te vechten.

En Allah (swt) vroeg hem het onrecht en de vervolging geduldig te verdragen net als de vorige boodschappers hadden gedaan. Allah (swt) zei:

“De boodschappers voor u werden niet geloofd en toch bleven zij geduldig nadat hun da’awa was afgewezen en zij verdroegen geduldig het onrecht totdat onze overwinning kwam” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Qor’aan, soera Al An’aam 6, vers 34)

En toen de samenleving en de oemma star of onverschillig werden ten opzichte van de Partij, heeft de partij haar studie van de Siera van de Profeet (saw) opnieuw bezien, om hieruit lering te trekken. De Partij is door deze studie tot de volgende conclusies gekomen:

Toen Aboe Talib (de oom van de Profeet (saw)) kwam te overlijden werd de samenleving star ten opzichte van de Profeet (saw) en ontoegankelijk. In reactie op de dood van Aboe Talib werd de Boodschapper (saw) veel strenger vervolgd door de Qoraisj dan het geval zou zijn geweest had Aboe Talib nog geleefd. De Boodschapper (saw) werd dus minder goed beschermd dan ten tijde van Aboe Talib. Om die reden openbaarde Allah (swt) hem dat hij de Arabische stammen om bescherming en steun moest vragen, zodat hij de boodschap van Allah (swt) veilig zou kunnen verkondigen.

Toen Ibn Khatir over de seerah aan het schrijven was, heeft hij over Ali bin Aboe Talib het volgende verteld: “Hij (Ali) zei: ‘Toen Allah (swt) aan Zijn Boodschapper (saw) de opdracht gaf naar de Arabische stammen te gaan, ging hij naar Mina in het gezelschap van mijzelf en Aboe Bakr, waar wij naar een bijeenkomst van Arabische stammen gingen…’.”

En Ibn Khathir sprak ook over Ibn Abbas die heeft overgeleverd van Al Abbas (zijn vader) die zei dat de Profeet (saw) had gezegd:

Ik krijg geen bescherming van u of uw broer (Hamza bedoelend), kunt u me morgen naar de markt brengen, zodat ik de kampen kan bezoeken waar de Arabische stammen bijeen komen?

Al Abbas heeft hiervan gezegd: “Ik heb ‘ja’ gezegd: ‘Dit is Banoe Kinda en dit is het beste volk dat uit Jemen op bedevaart is. Dit zijn de kampen van Bani Amir ibn Sa’asa’a, kies zelf maar welke stam u wilt’.” Al Abbas zei dat de Profeet (saw) Bani Kinda het eerst heeft benaderd.

Toen de Profeet (saw) zich wendde tot de stammen, vroeg hij hen te geloven dat hij de Boodschapper van Allah (swt) was, hem te vertrouwen, en hem vervolgens te beschermen, zodat hij de boodschap van Allah (swt) veilig kon verkondigen. In alle geschriften die betrekking hebben op de wijze waarop de Profeet (saw) de stammen benaderde staat dat hij altijd om bescherming voor zichzelf en zijn da’awa vroeg. In ruil voor bescherming van de Profeet (saw) eisten Banoe Kinda en Bani Amir ibn Sa’asa’a het recht op bestuur en leiderschap na de dood van de Profeet (saw). Dit toont duidelijk aan dat zij uit zijn verzoek om bescherming begrepen dat hij een regering wilde vestigen, een politieke eenheid, een regeringssysteem om hen te besturen. Om deze reden eisten ze dat zij de bestuurlijke zeggenschap zouden krijgen na zijn dood.

De hulp die de Profeet (saw) van het volk van Al Madina kreeg aan het eind van de tweede gelofte van Al Aqaba, en de vestiging van de Islamitische Staat na aankomst in Medina, toonde duidelijk aan dat de Profeet (saw) met de vraag om bescherming en ondersteuning de bedoeling had een Islamitische Staat te stichten teneinde de regels van Islam in de praktijk te verwezenlijken.

De Partij heeft de situatie opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de vraag om noesra (hulp) geen deel uitmaakt van de activiteiten in de eerste fase die voor vorming is bedoeld. Het hoort ook niet thuis in de tweede fase waar het gaat om de wisselwerking, ondanks het feit dat de vraag om Noesra in de tweede fase plaats had; dit is eerst en vooral de fase van de interactie. Het maakt deel uit van de methode die gebruikt moet worden als de samenleving ontoegankelijk en onverschillig wordt ten opzichte van degenen die de da’awa verkondigen en wanneer hen steeds meer onrecht wordt gedaan. Om deze reden heeft de Partij de vraag om Noesra toegevoegd aan haar activiteiten, en de Partij heeft dit eerst gevraagd aan degenen die ook in de positie verkeren om dat te kunnen doen. De Partij vraagt om twee redenen de Noesra:

  • Ten eerste ter bescherming van de Partij, zodat de Partij veilig de da’awa kan verkondigen; en
  • Ten tweede om aan de macht te komen, zodat Al Khilafa kan worden gesticht en de heerschappij van Allah (swt) weer van toepassing kan worden op dagelijks leven, de staat en de samenleving.

Hoewel de Partij zich heeft bezig gehouden met het vinden van de Noesra, bleef zij ook bezig met al de andere gewone activiteiten, waaronder de gerichte vorming in de kringen, de vorming van het publiek en aandacht voor de oemma, zodat het publiek wordt gestimuleerd Islam uit te dragen en bepaalt wat de algemene opvatting moet zijn. Daarnaast de strijd tegen de kolonialistische ongelovige staten, waarbij de plannen en samenzweringen van die landen werd onthuld, de strijd tegen de heersers, en de behartiging van de belangen van de oemma en het toezien op de aangelegenheden van de oemma.

De Partij zal dit alles blijven doen en bidt dat Allah (swt) de Islamitische oemma succes, overwinning en triomf zal schenken. Op dat moment zullen de gelovigen waarlijk gelukkig zijn vanwege de overwinning van Allah (swt).